Roos van Leary
Leary heeft in 1957 een model ontworpen waarmee relaties tussen mensen in kaart gebracht kunnen worden: de zogenaamde 'Roos van Leary'. Wanneer mensen met elkaar omgaan, speelt er enerzijds steeds iets van macht en invloed of het ontbreken daarvan, en anderzijds iets van persoonlijke afstand of nabijheid. Leary noemt dat twee hoofddimensies:
1. een dimensie rond controle, invloed en dominantie. Aan het ene uiterste van deze dimensie vinden we 'veel invloed' (macht, overheersing, dominantie), aan het andere uiterste 'weinig invloed' (volgzaamheid, onderwerping).
2. een dimensie rond intimiteit en affectie. Hoe persoonlijk of afstandelijk gaan de betrokkenen met elkaar om? Kernwoorden zijn samenwerking of tegenwerking, sympathie of antipathie, affectie of afwijzing en alle varianten hiertussen.